Behandeling voor hyperventilatie
Hyperventilatie klachten, in de meeste gevallen ongevaarlijk, worden door patiënten als erg beangstigend en beperkend ervaren. De symptomen van patiënten met hyperventilatie die in het centrum onder behandeling zijn geweest zijn sterk wisselend maar kunnen bestaan uit: versnelde ademhaling, duizeligheid, oorsuizingen, moeite met slikken, tintelingen in de vingers en druk op de borst.
De symptomen zijn in de meeste gevallen terug te brengen tot drie behandelbare grootheden, te weten: verstoorde ademhaling, angst en hoge spanning in de nek (vertebrobasilaire insufficiëntie).
1. De patiënt zal veilig liggend op de behandelbank gevraagd worden kunstmatig te hyperventileren en daarbij de voelbare symptomen te benoemen. De behandelaar geeft uitleg over de oorzaak en betekenis van de symptomen.
2. Aanleren correcte ademhaling
3. Mobilisaties van de nek
4. Oefeningen voor ademhaling aan patiënt meegeven
Behandelverloop:
Na twee weken (2 x per week) een behandeling zijn de symptomen uit de nek (VBI) voor gemiddeld 81 % (NRS, n = 64) verminderd. De patiënt kan de ademhalingstechniek dan zelfstandig en in het dagelijks leven toepassen. Evaluerend en afsluitend wordt na een week nog 1 behandeling gepland.
